Terug naar de basis

In onze begeleiding houden we vast aan de behoefte piramide van Maslow.

Wat heeft een jongere in een lastige en/of vastgelopen situatie nodig voor het vinden van rust en een balans? In hoeverre is een jongere nog gemotiveerd en wat kan en wil deze nog? Hoe kan er gewerkt worden aan het vertrouwen in zichzelf en in de ander? Wat geeft kracht of wat juist niet? Voor ons staan de wensen en behoeften van de jongere centraal.

Bij de opstart van een begeleidingstraject vinden wij het belangrijk dat de jongere eerst vertrouwen gaat krijgen in de nieuwe woonplek met de mensen die daaraan verbonden zijn. Dan kan er rust en een balans ontstaan. Als dit lukt kunnen er kleine stappen gezet worden naar de persoonlijke groei en zelfverwezenlijking van jongeren waarbij men zich bewust wordt van de overtuigingen in zichzelf, over zichzelf en anderen. Het is een proces van bewustwording die inzichten en zelfkennis oplevert.

Met deze zienswijze sluiten we aan op de theorie van Maslow (Piramide van Maslow).

“Volgens Abraham Maslow streeft de mens het altijd na om behoeftes te bevredigen. Dat is zowel op maatschappelijk als op arbeidsvlak van toepassing. Hij maakt met de Piramide van Maslow geen onderscheid in leeftijd. Hij categoriseert de menselijke behoeften in vijf hiërarchische niveaus. Hij gaat ervan uit dat een nieuw niveau pas bereikt kan worden, wanneer het voorafgaande niveau bevredigd is.” 

De theorie van Maslow is verwerkt in de begeleidingsmethodiek van Strix in de samenwerking met de jongeren. Deze hebben we als volgt weergegeven. We werken aan de aandachtsgebeiden van beneden naar boven. Wanneer er een basis is gelegd binnen de aandachtsgebieden Basisbehoeften, Veiligheid en zekerheid, kan er verder gewerkt gaan worden aan sociale en praktische vaardigheden die verdeeld zijn over de aandachtsgebieden Wonen, Sociale relaties en Dagbesteding.

Op het moment dat de jongere groeit in het opdoen van kennis, vaardigheden en ervaring zal deze bewust worden van de mogelijkheden die er zijn en kunnen ontstaan. Dit alles hangt samen met motivatie en vermogen van de jongere.

Motivatie is vaak gekoppeld aan het zelfvertrouwen maar ook aan de toewijding van een jongere om zaken op te pakken. Het vermogen heeft betrekking op de kennis, kunde en ervaringen die reeds opgedaan zijn door de jongere.

Indien een jongere weinig motivatie zal laten zien zullen we aanmoedigen en stimuleren om het vermogen (kennis, kunde en ervaringen) te laten ontwikkelen waardoor het zelfvertrouwen toe kan nemen.

Wanneer een jongere nog verder mag ontwikkelen in het vermogen (kennis, kunde en ervaringen) komt het voor dat we tijdelijk zaken overnemen. We blijven echter aanmoedigen en stimuleren om te groeien in het vermogen van de jongere om uiteindelijk los te kunnen laten. Dit gaat met vallen en opstaan.

We werken naar de situatie dat de jongere zelfredzaam is en we hem of haar eigen zaken toe kunnen vertrouwen. Het terugvinden van een plek binnen onze maatschappij waarvan je deel uitmaakt kan heel spannend zijn. Niet terugvallen in oude gebruiken en gewoonten is niet vanzelfsprekend. Het komt dan ook voor dat er soms aanvullende begeleiding wenselijk is voor korte of langere duur. De jongere kan dan terugvallen op begeleiding wanneer het lastiger is te vertrouwen op zichzelf voor het hebben en houden van een veilige en stabiele situatie.